Geschiedenis.
De Maine Coon komt oorspronkelijk uit de staat Maine, dat ligt aan de oostkust van de Verenigde Staten. In de jaren 50 werd het ras steeds populairder en vanaf toen heeft het fans over heel de wereld. ‘Coon’ staat voor ‘Racoon’, dat wasbeer betekent. Dat verwijst naar de gelijkenis tussen de geringde lange staarten. Het verhaal gaat dat de inwoners van Maine dachten dat de Maine Coon een kruising was tussen een 'gewone' kat en een wasbeer, maar dit soort kruisingen zijn genetisch niet mogelijk. Een ander verhaal waarin de rasnaam wordt verklaard, is dat over een kapitein. De kapitein had de naam Coon. Hij zeilde naar Nieuw Engeland, en hij had langharige katten aan boord. Wanneer hij aan wal ging, gingen al zijn katten met hem mee. Maar sommige keerden nooit terug op het schip. Toen er in een nestje in de Amerikaanse staat Maine langharige kittens verschenen, zeiden de eigenaren dat het 'Coon- katten' waren. De ouders van de kittens zouden de katten zijn van kapitein Coon. Er zijn veel verschillende theorieën over het ontstaan van de Maine Coon. In de 19de eeuw liepen er al Maine Coons rond, maar pas in 1976 werd het ras in de Verenigde Staten herkend. In Europa was dit pas in 1983.
Uiterlijk.
Maine Coons zijn iets groter dan de 'gewone' huiskatten. De katers zijn iets groter dan de poezen. Ze wegen ongeveer 5 tot 8 kilo. De katten zijn pas na 4 jaar volwassen. Ze hebben hoge poten en een lange, volle staart. Ze hebben een brede kop met een vierkante snuit. De vacht is geschikt voor alle jaargetijden. De pluimstaart wordt gebruikt om de pootjes en oren warm te houden als ze zich helemaal oprollen. De vacht is waterafstotend en ze hebben bijna nooit last van klitten. De vacht is makkelijk te verzorgen. Wanneer je ze 1 keer in de week kamt is dat voldoende.
De Maine Coon komt oorspronkelijk uit de staat Maine, dat ligt aan de oostkust van de Verenigde Staten. In de jaren 50 werd het ras steeds populairder en vanaf toen heeft het fans over heel de wereld. ‘Coon’ staat voor ‘Racoon’, dat wasbeer betekent. Dat verwijst naar de gelijkenis tussen de geringde lange staarten. Het verhaal gaat dat de inwoners van Maine dachten dat de Maine Coon een kruising was tussen een 'gewone' kat en een wasbeer, maar dit soort kruisingen zijn genetisch niet mogelijk. Een ander verhaal waarin de rasnaam wordt verklaard, is dat over een kapitein. De kapitein had de naam Coon. Hij zeilde naar Nieuw Engeland, en hij had langharige katten aan boord. Wanneer hij aan wal ging, gingen al zijn katten met hem mee. Maar sommige keerden nooit terug op het schip. Toen er in een nestje in de Amerikaanse staat Maine langharige kittens verschenen, zeiden de eigenaren dat het 'Coon- katten' waren. De ouders van de kittens zouden de katten zijn van kapitein Coon. Er zijn veel verschillende theorieën over het ontstaan van de Maine Coon. In de 19de eeuw liepen er al Maine Coons rond, maar pas in 1976 werd het ras in de Verenigde Staten herkend. In Europa was dit pas in 1983.
Uiterlijk.
Maine Coons zijn iets groter dan de 'gewone' huiskatten. De katers zijn iets groter dan de poezen. Ze wegen ongeveer 5 tot 8 kilo. De katten zijn pas na 4 jaar volwassen. Ze hebben hoge poten en een lange, volle staart. Ze hebben een brede kop met een vierkante snuit. De vacht is geschikt voor alle jaargetijden. De pluimstaart wordt gebruikt om de pootjes en oren warm te houden als ze zich helemaal oprollen. De vacht is waterafstotend en ze hebben bijna nooit last van klitten. De vacht is makkelijk te verzorgen. Wanneer je ze 1 keer in de week kamt is dat voldoende.